Reëel gevaar of aangeleerde angst?

– deel 1 –

Angst, we hebben er allemaal in meer of mindere mate mee te maken.

Gelukkig maar, want angst is een belangrijke waarschuwer; zonder angst is overleven vooral een kwestie van geluk hebben. Het is niet voor niets dat baby’s een aangeboren angst en schrikreflex hebben bij hard geluid, fel licht en pijn. En als ze eenmaal zelfstandig kunnen voortbewegen betekent diepte zien automatisch dat ze een andere richting kiezen.  

De angstreflex als overlevingsmechanisme is vermijding.

Maar een andere overlevingstechniek is aantrekking. Als afhankelijk larfachtig mini-mens moet je zorgen dat je krijgt wat je nodig hebt: namelijk eten, verzorging en liefde. Hiervoor hebben baby’s een arsenaal aan ingebakken schattigheid waarmee ze de omgeving om hun kleine vingertjes kunnen winden. Verstandige lui die baby’s. Want het wordt echt ander, later. Er zullen dingen in het leven gebeuren die minder leuk zijn en ook die ervaringen worden opgeslagen in je geheugen. In voorkomende gevallen trekt je brein deze lade open en Oh, feest der herkenning, denkt dan precies te weten wat er moet gebeuren. Hoezo? 

Er was eens, diep verborgen in onze hersenen, in de temporale kwab, de amygdalae. Deze amandelvormige kernen maken onderdeel uit van het limbisch systeem. Dat is een stelsel van hersenstructuren dat als centraal commandocentrum van het lichaam kan worden beschouwd.  Ze zijn de handhavers van zaken als honger, dorst, lichaamstemperatuur, emoties, motieven, geheugen en regelen de balans daarvan in het lichaam. De amygdalae hebben, hoe klein ze ook zijn, vooral een taak op het gebied van angst en agressie.  

Wat gebeurt er als onze zintuigen iets waarnemen? Dan zal de amygdala mede aan de hand van herinneringen een emotionele betekenis geven aan de ervaring. Verschillende stresssystemen gaan in werking, hormonen brengen het lichaam in verhoogde staat van paraatheid en dat uit zich in versnelde ademhaling, verhoogde hartslag, spierspanning, bleekheid, misselijkheid, trillen. Emotioneel zal het een gevoel zijn dat ligt in de wijde range tussen extra opmerkzaamheid en alles overweldigende angst zoals bijvoorbeeld hevige paniek.   Maar wat nou als de amygdala een beetje al te fanatiek is als poortwachter, en de prefrontale cortex daarnaast wat sloom in zijn taak om aangeleerde angsten uit te doven, en je hebt ook nog eens genetische gevoeligheid? Dan dreigen we eerder te stikken in de wurggreep van de angst dan dat ons leven werkelijk wordt belemmerd door reëel gevaar.